Wat is de betekenis van stuk ellende?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stuk ellende

(1912) (inf.) verachtelijk persoon. • Stuk ellende: mot jij nou na twaalf jaren jouw brave vader nog uit z'n graf halen hier op pelitiebureau? (M.J. Brusse: Het rosse leven en sterven van de Zandstraat. 1912) • Dat stuk ellende gooide de hoorn erop zodra ze hoorde dat ik het was! (Willy van der Heide: Toen ik een nieuw leven ging beginne...

2024-03-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

stuk ellende

verachtelijk, slecht persoon. Dat stuk ellende gooide de hoorn erop zodra ze hoorde dat ik het was! (Willy van der Heide, Toen ik een nieuw leven ging beginnen en andere waargebeurde verhalen uit de jaren vijftig, 1979) Open die deur, mottige baardaap, stuk ellende, hondenbrok... (Marcel Möring, In Babylon, 1997)