stuip
stuip - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) gewoonlijk meervoud: een abnormale (gesynchroniseerde) ontlading van zenuwcellen (neuronen) in de hersenen Synoniemen epileptische aanval, aanval, toeval, convulsie Verwante begrippen insult, kramp
Wiktionary (2019)
stuip - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) gewoonlijk meervoud: een abnormale (gesynchroniseerde) ontlading van zenuwcellen (neuronen) in de hersenen Synoniemen epileptische aanval, aanval, toeval, convulsie Verwante begrippen insult, kramp
Muiswerk Educatief (2017)
stuip - zelfstandig naamwoord 1. aanval waarbij de spieren zich krampachtig samentrekken ♢ kleine kinderen hebben soms last van stuipen 1. iemand de stuipen op het lijf jagen [hem erg laten schrikken]...
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Een kortdurende bewusteloosheid met ritmische schokken in armen en benen, bijvoorbeeld door epilepsie. Kijk ook bij koortsstuip, spierkramp, bewusteloosheid, flauwvallen, absence.
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
Dit woord is een benaming voor een ziektetoestand die bestaat uit een, met bewusteloosheid gepaard gaande, plotselinge heftige samentrekking der spieren over het gehele lichaam, in het Latijn eclampsia genoemd. De ziekte komt voor bij kinderen en bij zwangere, vooral barende vrouwen. Wij konden voor het hedendaags Nederlands de verwensing ...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), STUIPJE, o. (-s), 1. (geneesk.) aanval van bewusteloosheid, inz. bij kinderen, waarbij meestal hevige trekkingen in armen en benen, gezicht, romp en buik optreden, eclampsie: het kind is in een stuip gebleven; de stuipen der kinderen worden door het volk voor de oorzaak gehouden van allerlei latere slechte gewoonten en eigenscha...
M. J. Koenen's (1937)
v. stuipen (1 plotselinge spiersamentrekking, dikwijls met bewusteloosheid gepaard, inz. bij kinderen; 2 fig. gril): 1. het kind kreeg de stuipen; een stuip krijgen van schrik; iem. een stuip op het lijf jagen, geweldig doen schrikken; een stuip krijgen van het lachen, zich een stuip lachen, onbedaarlijk; 2. wat krijg jij voor stuipen?
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en ; -je) meestal mv. 1. Eig. ziektetoestand bestaande in plotselinge, onwillekeurige samentrekkingen van de spieren: -en komen bij kinderen, bij zwangere, inz. barende vrouwen en ook bij dieren voor; de -en der kinderen worden door het volk voor de oorzaak gehouden van allerlei latere slechte gewoonten en eigenschappen; -en worden ook voor e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: