Wat is de betekenis van struisen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

struisen

struisen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord struis

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Struisen

(struiste, heeft gestruist), met struis (II) bestrooien.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

struisen

('struisən) (struiste, heeft gestruist) met struis (II) bestrooien, vullen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Struisen

Struisen - (struiste, heeft gestruist), bestrooien, inz. met struis bestrooien, vullen.

Gerelateerde zoekopdrachten