strot
(1969) (sold.) flinke hoeveelheid (geweer- of mitrailleurvuur). • `Toen,' zei de verteller, `kregen we plotseling een strot vuur.' (Jacob Zwaan: Soldaat in Indië, 1969) • Er bestaat een kleine kans dat wij op elkaar hebben geschoten toen hij tijdens de Lange Mars van de Siliwangi-divisie de suikerfabriek Cebongan passeerde waar ik e...