Wat is de betekenis van strontje?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strontje

strontje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stront

2024-03-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

strontje

Een ontsteking van een verstopte zweetklier of talgklier in het ooglid. Een strontje heeft dus niets met poep te maken. Na de verstopping gaan er bacteriën in de klier zitten en komt er een ontsteking. Die begint meestal met een rode, soms pijnlijke zwelling aan de binnen- of buitenkant van het ooglid, dicht bij de rand van het ooglid. Vaak wordt d...

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Strontje

zweertje aan het ooglid

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

strontje

pijnlijke zwelling van het ooglid ten gevolge van een acute ontsteking van een talgkliertje, waardoor een abcesje wordt gevormd, dat doorbreekt en geneest. Goed nat houden met boorwater.

2024-03-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

strontje

ontsteking van talgkliertje van ooglid.

2024-03-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Strontje

hordeolum, zie aldaar.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strontje

o. (-s), 1. keutel; 2. zweertje aan het ooglid, ontstaan door ontsteking van een der kliertjes van de oogharen ; gerstekorrel.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Strontje

➝ Hordeolum.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

strontje

(‘strontjo) o. (-s) vklw. van stront.