strontje
strontje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stront
Wiktionary (2019)
strontje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stront
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Een ontsteking van een verstopte zweetklier of talgklier in het ooglid. Een strontje heeft dus niets met poep te maken. Na de verstopping gaan er bacteriën in de klier zitten en komt er een ontsteking. Die begint meestal met een rode, soms pijnlijke zwelling aan de binnen- of buitenkant van het ooglid, dicht bij de rand van het ooglid. Vaak wordt d...
drs. L.A. Beeloo (1981)
pijnlijke zwelling van het ooglid ten gevolge van een acute ontsteking van een talgkliertje, waardoor een abcesje wordt gevormd, dat doorbreekt en geneest. Goed nat houden met boorwater.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. keutel; 2. zweertje aan het ooglid, ontstaan door ontsteking van een der kliertjes van de oogharen ; gerstekorrel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: