strontboer
1) (1905, vero.) beerruimer. Ook voor een veehandelaar. Meestal als scheldwoord gebruikt. • Al op 21 Maart wierd met dit werk een begin gemaakt op verscheide plaatsen te gelijk, als bij Vollenhoven, bij de Strontboer, aan het Huis ter Heyde, bij Amersfoort en zovervolgens tot aan Deventer toe. (De Navorscher. Een middel tot gedachtenwisseling...