stroken
stroken - Werkwoord 1. absoluut in overeenstemming zijn met ♢ Zijn verklaring bleek later niet te stroken met de feiten. stroken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord strook
Wiktionary (2019)
stroken - Werkwoord 1. absoluut in overeenstemming zijn met ♢ Zijn verklaring bleek later niet te stroken met de feiten. stroken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord strook
Muiswerk Educatief (2017)
stroken - regelmatig werkwoord uitspraak: stro-ken 1. voor een deel of helemaal hetzelfde zijn ♢ dat uitstapje strookt niet met mijn plannen Regelmatig werkwoord: stro-ken het strookt zi...
Getty Research Institute (1990)
stroken - Lange, smalle stukken van al dan niet buigzaam materiaal, meestal van gelijke breedte.
Dr. E. Schröder (1980)
Dat strookt niet met wat anderen mij verteld hebben, wil zeggen: dat stemt niet overeen, dat klopt niet met wat anderen verteld hebben. Het werkwoord stroken behoort bij strook: smal stuk stof, reep land, smal water. De oorspronkelijke betekenis van stroken is dan ook: zich als een strook langs iets uitstrekken. Dan ontwikkelt zich de betekenis in...
Kramer en de Bruin (1971)
Stroken - het vloeiend verlopen van een gekromde lijn zonder valse bochten. Een lijnenplan wordt op schaal i: 10 of 1:20 zorgvuldig uitgestrookt, Iedere 1/10 mm afwijking op de tekening is I of 2 mm in werkelijkheid. Op een werf worden de maten van de spantenlijst uitgezet op de uitslagvloer. Kleine afwijkingen van de tekening komen er bij dit uits...
Van Dale Uitgevers (1950)
(strookte, heeft gestrookt), 1. (overg., gew.) strelen, strijken; 2. (overg., ouderw.) vleien, strelen ; 3. (overg., timm.) gelijkwerken ; 4. (onoverg.; scheepsb., van de vorm van een schip) een effen, zuivere richting volgen: dat schip strookt; — stroken met, met betr. tot een zaak die in één lijn ligt met iets anders: niet...
M. J. Koenen's (1937)
strookte, h. gestrookt (1 strelen met de hand, gew., lit. t.; 2 overeenstemmen, kloppen met): 1. een hond stroken; 2. dat strookt met mijn overtuiging.
Jozef Verschueren (1930)
('stro.'kən) (strookte, heeft gestrookt) 1. Veroud. strijken. 2. aangenaam aandoen, vleien : -de taal ; strelen en -. 3. zich aansluiten bij, overeenstemmen : dat strookt niet met zijn opvatting; met iemands belang, karakter, neiging, wens.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: