Wat is de betekenis van stripper?

2024-04-23
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

stripper

(zelfstandig naamwoord) [alg.] stripdanser, erotisch danser - Je hebt een stripdanseres geboekt voor zijn verjaardag? Erg origineel.

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stripper

stripper - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die een prikkelende vertoning uitvoert waarbij de kleren uitgedaan worden Hij vond het prachtig om naar strippers te gaan kijken. 2. (gereedschap) instrument om iets af te strippen bijv. een verfstripper 3. persoon die stript zonder zijn k...

2024-04-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

stripper

1. afstroper; stripper; 2. schilmachine, hennepbreker.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stripper

m., die stript (inz. in de bet. 1.).

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stripper

m. strippers (werkman, die stript).

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stripper

m. (-s), 1. die stript; 2. destillatiekolom, waarmee de laagkokende bestanddelen uit een koolwaterstofdestillaat worden verwijderd.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stripper

Stripper - m., STRIPSTER, v. (-s), die stript.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)