Wat is de betekenis van Strik?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strik

strik - Zelfstandignaamwoord 1. knoop met twee lussen Het meisje had twee strikken in het haar. 2. val voor dieren De stroper had een strik gezet om konijnen te vangen. strik - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

strik

strik - zelfstandig naamwoord 1. twee lussen en twee uiteinden van een in elkaar geknoopt lint of touw ♢ op het pakje zat een grote strik 2. val van metaaldraad om dieren mee te vangen ♢ er zat een konijn in...

2024-04-25
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Strik

Leonardus Nicolaas; geb. Den Haag 24 november 1877, overl. Den Haag 27 april 1959. Woonde en werkte aldaar. Beeldhouwer.Scheen 1970.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

strik

val(strik), vangstrik; sluwe set om iem. in moeilikheid te bring; lusvormige knoop van lyn, das, ens.; gestrik, striksgewyse knoop, nougeset, streng, stip.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Strik

s., strûs, strús, strûp(e), strik, stryk; (in het haar), strik, stryk; -ken spannen, lagen lizze; in z’n -ken vangen, yn jins strûpen fange.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strik

I. m. (-ken), 1. verbinding van twee linten enz. of van de beide uiteinden van een zelfde lint enz., waarbij het ene stuk in lusvorm genomen wordt en het andere daaromheen gedraaid, en vervolgens recht (enkele strik) of in lusvorm (dubbele strik) door ’t oog wordt gestoken, waarna het geheel wordt aangetrokken: een lint dat met een strik om d...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

strik

m. strikken (1 verbinding van twee linten, touwen enz. of van de beide uiteinden van een zelfde lint enz., waarbij het ene stuk in lusvorm genomen wordt en het andere daaromheen gedraaid en vervolgens recht [enkele strik] of in lusvorm [dubbele strik] door het oog gestoken, waarna het geheel wordt aangetrokken; ook: de nabootsing of afbeelding; 2 z...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

strik

m. (-ken; -je) touw, lint, door middel van een lus, tot iets bepaalds gevormd nl. 1. touw of metaaldraad met aan het ene uiteinde een lus die dichtgehaald kan worden, strop : een stellen, zetten; valstrik. Gez. aan een ontkomen, aan een poging om iemand in moeilijkheden te brengen; iemand -ken leggen, spannen, in een hinderlaag trachten te lokken;...