strijkbout
1) (1951) (sch.) klein bootje, in de vorm van een strijkbout. Meestal in de verkleinvorm: strijkboutje. • Toen zij samen dienden op het kleine scheepje 'Havik', een 'strijkboutje', hadden ze vaak op de brug de taal gesproken, waarin zij zich het zuiverst konden uiten, het oude boeren-Fries. (Piet Bakker: De slag in de Javazee. 1951) • 'D...