Wat is de betekenis van Streep?

1) (1973) (verpleegsters) (verkleinvorm) bezoek aan het toilet. Piet Grijs (Blijf met je fikken.... ) vermeldt het werkwoord 'strepen' in de zin van 'zich ontlasten'. • Een jonge verpleegster kwam met een papier in haar hand naar hem toe en vroeg: 'Hebt u al een streeppie?' 'Ja kindlief,' zei hij. Ze maakte een aantekening op het papier enli...

streep - Zelfstandignaamwoord 1. een min of meer rechte getrokken lijn of lijnstuk ♢ Als het fout is, zet de leraar er een dikke streep door. 2. (figuurlijk) een begrenzing die niet overtreden dient te worden ♢ We zetten er een streep onder. ...

Lengtemaat ter grootte van enkele millimeters, onderdeel van de duim. Hetzelfde als de lijn. Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 gelijkgesteld aan de millimeter. In het bouwvak wordt de term daarvoor nog wel gebruikt.

Streep - een hard, rechtlijnig schot plaatsen noemt men in het voetbalslang 'een streep trekken'.

streep - zelfstandig naamwoord 1. verbinding tussen twee punten op een ondergrond ♢ er liep een witte streep over het midden van de weg 1. ik zet er een streep onder [ik hou ermee op] ...

De horizontale lijn op een scorebriefje bij robberbridge. ‘Onder de streep’ worden de trekpunten genoteerd, ‘boven de streep’ de punten voor overslagen, downslagen en premies. Zie ook: robberbridge

streep: eindmeet, plaats waar de aankomst plaatsvindt; aankomstlijn, finishlijn.

De finish; lijn over het parcours waar premies of punten te behalen zijn. A Vijfentwintig kilometer voor de streep richtte De Vlaeminck zich op en wachtte gelaten op de troep. (Wim Amels: Klassiekerkoning Jan Raas. 1984) Ook Jean-Paul van Poppel had zich graag in de strijd om de dagprijs gemengd. Het lukte de Nederlander, die als negentigste de st...

→ finish (1)