Wat is de betekenis van STOTEN?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stoten

(19e eeuw) (Barg.) copuleren, neuken. Zie ook: naar Stootwijk* rijden. • Stoten: geslachtsgemeenschap hebben. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994) • En dit is dán, soos ou Kemp gesê het, wat die lange lys...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stoten

stoten - Werkwoord 1. (ov) met een korte snelle beweging (weg)duwen De opspringende hond stootte hem van zijn krukje. stoten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stoot

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stoten

stoten - regelmatig werkwoord uitspraak: sto-ten 1. er hard tegenaan komen ♢ ik heb me gestoten aan die stoel 2. het eraf duwen ♢ hij stootte de vaas van het tafeltje Regelmatig werkw...

2024-04-23
Begrippenlijst Prorail

Prorail (2016)

Stoten

Stoten is het ongekoppeld opduwen van wagens of rangeerdelen door een krachtvoertuig.

2024-04-23
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

stoten

(ov ww; stootte; h. gestoten) KR - wedstrijdoefening gewichtheffen (samen met trekken), waarbij de halter wordt voorgeslagen, voor de schouders gebracht (met kniebuigen of uitvallen) en met gestrekte armen omhoog wordt gestoten. • Omdat de gewichtheffer zijn henen gebruikt om tijdens de uitstoot stuwkracht te geven, moet hij ze terugbrengen op een...

2024-04-23
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

stoten

stoten - parende bewegingen maken (van de man); coïre; eig. ‘een krachtige duw geven’. De metafoor berust wrsch. niet, zoals bij steken, op reminiscenties met het ‘schermen’. ‘t Zijn Kind’ren die door mij in ‘t leven zijn gestoten. Ik heb ze zelfs gemaakt, (ENGELHART), Kinderen mijner Jeugdige Lossighe...

2024-04-23
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

stoten

(stootte, heeft gestoten), 1. duwen. Opgeschoten jongens en meisjes trokken op aandringen der ouders erheen [naar het Gouvernementsplein], jonge moeders, niet gestoord door enig verkeer, stoten rustig het babywagentje voort en gaan nu en dan even uitrusten ( ) (Waller 85). Achter het huis van Nanie staat een schuur. Daar trekt zij Ram naar toe. Zi...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stoten

v., stjitte, s t a e t t e, s t a e t; stompe, dúste, dompe, hompe, fiere; (bijv. van een wagen), jots(j)e, bosse, bosje, hompe; met de horens —, hoarnje; met geweld —, rame.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)