stoten
(19e eeuw) (Barg.) copuleren, neuken. Zie ook: naar Stootwijk* rijden. • Stoten: geslachtsgemeenschap hebben. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994) • En dit is dán, soos ou Kemp gesê het, wat die lange lys...