Wat is de betekenis van storten?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

storten

storten - Werkwoord 1. (ov) van enige hoogte ergens in laten vallen Er werd beton gestort. 2. (ov) geld in een rekening inbrengen Hij had gelukkig genoeg gestort om te voorkomen dat hij rood kwam te staan 3. (refl) zich ~ op zich volledi...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

storten

storten - regelmatig werkwoord uitspraak: stor-ten 1. hard naar beneden vallen ♢ hij stortte van de berg af 2. het ergens uit gooien ♢ het zand is op de weg gestort ...

2024-04-19
Bodemrichtlijn begrippenlijst

Rijkswaterstaat (2017)

Storten

Storten is het zich ontdoen van een afvalstof of niet reinigbare grond of baggerspecie op een daartoe vergunde inrichting als een stortplaats of een baggerspeciedepot.

2024-04-19
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

storten

De verwensingen stort door je hoeven!, stort in de schacht! en stort door je enkels! betekenen ‘maak dat je wegkomt’. De verwensing wordt gebruikt in geval van verontwaardiging, boosheid, woede. De verwenser wil een aangesprokene zijn wil opleggen, vandaar de gebiedende wijs.

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

storten

storten - Te gebruiken voor plaatsen waar afval, afgedankt restmateriaal of tijdelijk nutteloze producten van menselijke activiteit worden gestort.

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

storten

1. In de volg. aanh. voor: (uit)gieten. Stort de mayonaise over de sla en strooi er wat gehakte peterselie over, Kookkunst 5, 37 (c. 1977). In een geboterde kransvorm gieten en 15 min. au bain-marie laten bakken. Koud storten en 350 g ontpitte en tot moes gekookte pruimen erover gieten, Rijk d. Vrouw 19/8/1978. 2. Morsen, knoeien, i...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Storten

v., stoarte; tranen —, triennen litte.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STORTEN

I. (stortte, heeft en is gestort), 1. (overg.) door vallen doen komen op de in een bepaling genoemde plaats of in de genoemde omstandigheden ; (neer)werpen : de Here stortte de Egyptenaars in het midden der zee (Exod. 14 : 17); — iem. in het ongeluk, in het verderf storten ; — (wederk.) zich storten, a. zich neerwerpen, zich werpen : zi...