stoet
stoet - Zelfstandignaamwoord 1. een in een lange rij optrekkende groep mensen of dieren ♢ Is die stoet nou nog niet afgelopen? 2. een grote hoeveelheid ♢ Oh, daar is een hele stoet van! Synoniemen optocht, defilé Verwante begrippen...
Wiktionary (2019)
stoet - Zelfstandignaamwoord 1. een in een lange rij optrekkende groep mensen of dieren ♢ Is die stoet nou nog niet afgelopen? 2. een grote hoeveelheid ♢ Oh, daar is een hele stoet van! Synoniemen optocht, defilé Verwante begrippen...
Muiswerk Educatief (2017)
stoet - zelfstandig naamwoord 1. rij personen of voertuigen die zich langzaam en plechtig voortbewegen ♢ de begrafenisstoet was erg lang 2. bepaald soort brood ♢ we kregen een plak stoet met krenten ...
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Een rond of ovaalrond gebakken tarwe-roggebrood, al of niet gevuld met rozijnen, krenten en/of sukade.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. gevolg, dienstpersoneel: het huis van J. de Witt, waar één bediende de gehele stoet des meesters uitmaakte; 2. menigte van afzonderlijke personen: een grote stoet omringde hen; 3. geheel van zich, veelal statig, voortbewegende personen; optocht: ze stelden de stoet op; de stoet groeide aan.
M. J. Koenen's (1937)
I. m. stoeten (gevolg, menigte): een stoet van ridders, rij, optocht; een bruiloftsstoet. II. v. stoeten (brood, gew. verschillend, meestal van roggemeel); zie stuit III.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: