Wat is de betekenis van stijven?

stijven - Werkwoord 1. (ov) minder buigzaam maken (met stijfsel) ♢ Die hemden moeten nog gesteven worden. stijven - Werkwoord 1. (ov) door aanmoediging of financiële middelen versterken ♢ Je moet hem niet in het kwaad stijven. ...

stijven - onregelmatig werkwoord, regelmatig werkwoord uitspraak: stij-ven 1. met een bindmiddel stijf maken ♢ de wasserij stijft de witte schorten 1. iemand helpen ♢ die gebeurtenis heeft me i...

v., stiivje, stevigje; (bevorderen), (bi)stiivje, (fuort)sterkje, foer jaen; (van linnengoed), stiselje.

I. (steef, heeft gesteven), 1. (overg.) met stijfsel, gom enz. stijf maken: het linnengoed stijven: zij heeft het overhemd gesteven; een niet gesteven hoed, een slappe hoed; 2. (overg.) strakker, meer gespannen maken: de paarden ze stappen, ze stijven de stringen (Gezelle); 3. (onoverg.) (gew. Zuidn.) verstijven; vast w...

1. steef, h. gesteven (met stijfsel bewerken, stijf maken): het linnengoed stijven; 2. stijfde, h. gestijfd (1 sterken; 2 stijf, sterk worden); 1. iem. in het kwaad stijven, d. i. aanzetten; de schatkist stijven, vullen; 2. inz. in de infinitief: de wind begint te stijven, krachtiger te worden; Z.-N. de pap begint te stijven.

(‘stijvən) I. (steef, heeft gesteven) met stijfsel, gom enz. stijf maken: linnengoed -. II. (stijfde, heeft gestijfd) 1. stijf maken: de koude stijft de handen. 2. vullen: dat zal de schatkist -. 3. aanzetten, sterken: iemand in het kwaad, in zijn boos opzet -. III. (stijfde, is gestijfd) 1. stijf worden: de pap begint te -. 2. krac...

I. (steef, heeft gesteven), 1. met stijfsel, gom enz. stijf maken; m.n. van kledingstukken; 2. (gew.) verstijven; vast worden: het mengsel is al gesteven; II. (stijfde, heeft gestijfd), 1. krachtiger maken, versterken, aanmoedigen, aansporen tot volharding: zij werden in hun boos opzet gestijfd; 2. (wind) sterker worden.

...

Het begrip stijven heeft 2 verschillende betekenissen: 1. stijven - stijven - (steef, heeft gesteven), met stijfsel, gom enz. stijf maken: het linnengoed stijven; een gesteven overhemd; een niet gesteven hoed, een slappe hoed; — (gew.) verstijven. 2. stijven - stijven - (stijfde, heeft gestijfd), stijf maken, verstijven: de koude stijft de...