stijgen
stijgen - Werkwoord 1. ergatief naar boven gaan, toenemen ♢ De heteluchtballon steeg langzaam. ♢ De koersen zullen niet stijgen, eerder dalen. Synoniemen klimmen, opgaan, omhooggaan, opkomen, rijzen, toenemen, verheffen Antoniemen a...
Wiktionary (2019)
stijgen - Werkwoord 1. ergatief naar boven gaan, toenemen ♢ De heteluchtballon steeg langzaam. ♢ De koersen zullen niet stijgen, eerder dalen. Synoniemen klimmen, opgaan, omhooggaan, opkomen, rijzen, toenemen, verheffen Antoniemen a...
Muiswerk Educatief (2017)
stijgen - onregelmatig werkwoord uitspraak: stij-gen 1. omhoog gaan ♢ het water in de sloot is gestegen 1. de weg stijgt [hij loopt omhoog] 2. een grotere waard...
Van Dale Uitgevers (1950)
(steeg, is gestegen), (onoverg.), 1. zich langs een opgaand vlak stappend verheffen: bergop gaat de weg van het leven, wij stijgen met mannelijke moed; 2. zich door een (korte) opwaartse beweging op of in de in een bepaling genoemde zaak plaatsen: te paard, in het zadel stijgen; 3. zich met loslating van de bodem in de lucht verheffe...
M. J. Koenen's (1937)
steeg, i. gestegen (naar omhoog of naar beneden gaan, hoger worden): van het paard stijgen; te paard stijgen; die ballon zal hoog stijgen; de prijzen stijgen; in prijs stijgen; naar het hoofd stijgen, (van geestrijke vochten) krachtige bloedsaandrang naar het hoofd veroorzaken, min of meer bedwelmen, fig. verwaand maken.
Jozef Verschueren (1930)
('stijgen) (steeg, is gestegen) 1. naar boven gaan: die ballon zal hoog -; te paard -; de prijzen -; tot hoge ambten -; een -de boog . ➝ Pegasus. Syn.➝ klimmen. 2. van boven naar beneden gaan: uit een wagen, van het paard. 3. het bloed naar het hoofd jagen: alkohol stijgt hem dadelijk naar het hoofd. ➝ hoofd.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(steeg, is gestegen), 1. omhoog gaan op diverse manieren: in het zadel —; alcohol stijgt mij dadelijk naar het hoofd; (fig.) de lof is hem naar het hoofd gestegen, maakt hem hoogmoedig; 2. hoger worden, een hoger peil bereiken, oplopen: hij was binnen korte tijd hoog in aanzien gestegen; omhooggaan (van prijzen, lonen, aantallen enz.); zijn w...
J.Pluim (1911)
van den Germ. wt. stig, Idg. stigh = schrijden, gaan; vandaar steg = pad: ,,weg noch steg kennen”, en steil, z. d. w. Het woord stijgen w. d. z. gaan, vgl.: van het paard stijgen; later met de bijgedachte omhoog gaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: