Wat is de betekenis van stiftje?

2024-03-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

stiftje

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: geen Engels, maar Nederlands

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stiftje

(2005) (voetb.) stiftbal. Syn.: stiffie*. • Met een loepzuiver stiftje speelt Jari ‘Diesel David’ aan, die met rechts vol uithaalt. (Jan Eilander: Raffie. 2005) • Met een klein stiftje tilt hij de bal over de uitgestoken benen van de Madrileense verdedigers, loopt om hen heen en stift nog een keer, nu krachtiger.(Jaap Visser:...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stiftje

stiftje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stift

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STIFTJE

o. (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten