stengelknol
➝ knol.
Veerman (1954)
Knolvormig verdikte plantendelen, die in morphologische zin te beschouwen zijn als getransformeerde stengels. Gewoonlijk dienen zij voor vegetatieve vermeerdering en zij bevatten in verband daarmede veel reservevoedsel (z. Knol).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-len), vlezige aanzwelling van onderaardse stengeltakken, die voorzien is van ogen: aardappels zijn stengelknollen, dahliaknollen zijn wortelknollen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: