Wat is de betekenis van stelt?

stelt - Zelfstandignaamwoord 1. lange stok met voetsteun waarmee je op grotere hoogte kunt lopen. ♢ Tijdens folkloristische optochten lopen soms verklede mensen op stelten mee. stelt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stellen ...

stelt - zelfstandig naamwoord 1. stok met dwarsstuk waarop je een voet kunt zetten ♢ als je op stelten loopt, ben je ineens tientallen centimeters groter 1. mijn hoofd loopt op stelten [is helemaal in de war]...

stelt - Lange palen, meestal in paren met aan iedere paal een voetsteun voor één voet die op 20 tot 45 cm vanaf het ondereind van de paal zijn bevestigd, waarmee de gebruikers kunnen lopen met hun voeten boven de grond.

paal of stok met blokkies of lissies om op te loop.

s., stelt; op -en lopen, steltrinne.

...

v. (-en), STELTJE, o. (-s), 1. houten been; houten toestel waar de knie van een verminkte op rust: met houten stelt, zijn been was stuk; 2. elk der beide staken, op zekere hoogte van een dwarsklamp voorzien, waarop men de voet zet, hetzij om daarmee grotere stappen te doen, of om ongehinderd door water en slijk te gaan, hetzij tot vermaak in...

v. -en; dunne paal of stok met voettrede: de knapen liepen op stelten; zegsw. op stelten zetten, in beroering brengen, in wanorde; het huis stond op stelten, in de war.

v. (-en; -je) [~ steel] houten steun nl, 1. houten been : een bedelaar met een -. 2. elk der beide staken met, op zekere hoogte een steun, waarop men de voet zet om daarmee voort te stappen : op (hoge) -en lopen; alles op -en zetten, in de war, in beroering brengen; op -en staan, in de war, in beroering zijn. 3. houten stut van een ➝ kar.