Wat is de betekenis van Stekken?

2023-11-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stekken

stekken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stek

2023-11-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stekken

stekken - regelmatig werkwoord uitspraak: stek-ken 1. takjes van een plant laten wortelen in water ♢ ik heb deze geranium al heel wat keren gestekt Regelmatig werkwoord: stek-ken ik stek ...

Direct alle resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-11-30
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

stekken

(stekte, gestekt) vastgrijpen, te pakken krijgen. De twee daders vluchtten weg met een brommertje. De politie kreeg ze echter vrij vlug in het vizier. Het tweetal liet zich niet zomaar stekken en de politie moest een achtervolging inzetten. - GvA, 03-12-2001. - iemand bij de kraag stekken, iemand in de kraag vatten, vastgrijpen, arresteren....

2023-11-30
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

stekken

1. Nevenvorm van steken (in versch. bet.); - vooral in de bet.: (vast)grijpen, pakken; iem. bij de kraag stekken, iem. bij zijn kraag pakken, iem. arresteren. Ik moest eerst alleen maar op wacht staan maar daarna deed ik mee en de vierde keer hebben z’ons te stekken gehad maar ik weet wie ons verrajen heeft, VERSTEYLEN 1964, 88....

2023-11-30
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

stekken

deel (stek) van een organisme nemen bv. van stengels, soms bladeren (Begonia) en daaruit, een ander, geheel individu laten groeien. Er groeien wortels uit het gevormde wondweefsel, ➝ groeistoffen.

2023-11-30
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Stekken

Dit kan worden uitgevoerd bij gewassen, waarvan organen, gesneden van de moederplant en gebracht in een geschikt milieu, wortels kunnen vormen (z. Stek).

2023-11-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stekken

v., stekje, ôflizze.

2023-11-30
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Stekken

vermeerdering van planten door een tak of blad te laten wortelen. Deze wortels worden gevormd door de slapende knoppen aan het uiteinde van de scheut. Soms is het voldoende het takje in water te zetten, meestal echter neemt men meer of minder humus bevattende zandige grond, zodat de worteltjes direct steun en vocht vinden. Sterk ontwikkelde planten...

2023-11-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stekken

stekte, heeft gestekt; 1. door stekken voortplanten, een stek in de grond zetten, om ze te laten groeien: bessen stekken, rozen stekken; 2. Z.-N. een snelle, heftige prik geven, ook fig.; Z.-N. (vast)pakken: Z.-N. naar iem. stekken.

2023-11-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Stekken

→ Verjonging.

2023-11-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stekken

('stekkən) (stekte, heeft gestekt) een stek van een plant in de grond zetten om ze te laten groeien : bessen, rozen -. Tgst. afleggen.

2023-11-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stekken

(stekte, heeft gestekt), takjes afsnijden en in aarde of water zetten, vóór zij zelf wortels hebben, in tegenst. tot afleggen; aldus voortplanten: populieren kan men —, eiken niet.

2023-11-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stekken

Stekken - (stekte, heeft gestekt), takjes afsnijden en in de aarde of water zetten, vóór zij zelf wortels hebben, in tegenst. met afleggen. STEKKING, v. (-en), '

2023-11-30
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Stekken

Stekken, bw. gel. (ik stekte, heb gestekt), stekjes planten, enten.