Wat is de betekenis van stekel?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stekel

stekel - Zelfstandignaamwoord 1. een langwerpig, scherp stukje van bijvoorbeeld een plant of dier Ik haalde mijn huid aan die stekel open. Woordherkomst Afgeleid van steken met het achtervoegsel -el . Synoniemen doorn, prikkel Verwante begrippen steken

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stekel

stekel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ste-kel 1. puntig uitsteekstel op de huid van een dier of aan een plant ♢ een egel heeft honderden stekels op zijn rug 1. je stekels opzetten [geërgerd, ge...

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

stekel

stekel - Een van de holle, scherpe uitsteeksels van een stekelvarken, mierenegel of egel. Gebruikt in inheems Amerikaans decoratief borduurwerk en voor andere decoratieve doeleinden.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stekel

prikkel, doring.

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Stekel

is een stekend aanhangsel van het buitenoppervlak van de stengel(s) of de bladeren van een plant. De s. komen er verspreid voor en nemen geen vaste plaats in, zoals de dorens. De dorens van rozen en bramen zijn stekels in botanische zin.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stekel

s., stikel.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEKEL

m. (-s), 1. puntige uitwas op de huid van sommige dieren en planten: in de plantkunde onderscheidt men de stekels van de dorens; de stekels der rozen; de stekels van een egel, van een stekelvarken; 2. (plantk.) gew. naam voor verschillende soorten van distels: stekels pikken, de distels en ander onkruid uitsteken.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stekel

m. -s, stekeltje; puntige uitwas, stekelig aanhangsel; stekelbaars; de stekels der rozen.