Wat is de betekenis van steengoed?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

steengoed

steengoed - Bijvoeglijk naamwoord 1. Heel erg buitengewoon goed - Maar dirigeren is een metier van hersenkracht, gevoelsrijkdom, overwicht en charisma. Een jong iemand kan er talent voor hebben, sterker nog: er steengoed in zijn. Maar jong zijn heeft geen meerwaarde. Wat helpen kracht en dadendrang a...

2024-04-25
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Steengoed

Zeer hard keramiek met een grijze, niet doorschijnende scherf, gebakken bij circa 1000 °C, bedekt met zoutglazuur. Waterdicht, sinds de Middeleeuwen in gebruik voor potten en kruiken waarin vloeistof bewaard werd. In Nederland werd veel steengoed geïmporteerd uit het Duitse Rijnland.

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

steengoed

Steengoed zijn voorwerpen van klei, gebakken bij een temperatuur tussen 1200° en 1300°C; na de eerste keer bakken is het materiaal hard en waterdicht; geeft een heldere klank; het aanbrengen van een laag glazuur kan meteen vóór het bakken gebeuren.

2024-04-25
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Steengoed

( Fr. gres. Du. Steinzeug, Eng. stoneware), keramisch produkt zonder toevoeging of bijmenging van andere materialen, samengesteld uit kleisoorten die bij een baktemperatuur van 1150-1350o C een zekere graad van verglazing bereiken. Steengoed vormt de overgang tussen aardewerk en porselein : het bezit de harde en dichte scherf van porselein, maar is...

2024-04-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

STEENGOED

(Fr.: stienguod). Aardewerk. Vroeger ventten Duitsers in Frl. met aardewerk, zie Poepen. Potschippers brachten deze waar met hun scheepje aan de vrouw. Terwijl de stienguodspoepen of stienkrobben (stienkrob is letterlijk de naam voor pissebed) reeds lang verdwenen zijn, heeft 1957 ook de laatste potschipper zijn bedrijf opgegeven.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEENGOED

o., verglaasd aardewerk, inz. dat enigermate op porselein gelijkt: Maastrichts steengoed.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Steengoed

soort aardewerk met dichte scherf; z Ceramiek.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

steengoed

o.; verglaasd aardewerk: het fijne Eng. steengoed heet ook Wedgwood.