steel
(17e eeuw) (inf.) mannelijk geslachtsorgaan. ‘Op zijn steel staan’ betekent: copuleren. Vgl. ‘op zijn elfde* vinger staan.’ • Steel beteekend eerst dat endje, daar aan de vrugten hangen: waar van, het steeltje is nog groen: het welk wanneer het van een grijsaard gesegt werd, soo heeft het een seer kragtige beteekenis. (...