Wat is de betekenis van statig?

2024-10-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

statig

statig - Bijvoeglijk naamwoord 1. deftig en indrukwekkend De statige herenhuizen aan de Amsterdamse grachten staan op de werelderfgoedlijst. Woordherkomst afgeleid van staat met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen majestueus, plechtig, plechtstatig, verheven

2024-10-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

statig

statig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sta-tig 1. wat er voornaam en belangrijk uitziet ♢ die rijke familie woont in een statig herenhuis Bijvoeglijk naamwoord: sta-tig ... is statiger dan ... ...

2024-10-14
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

statig

deftig; plegtig-langsaam.

2024-10-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Statig

adj. & adv., steatlik.

2024-10-14
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Stätig

steeg, weerspannig (paard).

2024-10-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-10-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STATIG

bn. bw. (-er, -st), 1. voornaamheid weerspiegelend, met bijgedachte aan fierheid en trots: een statige schoonheid; een statige zwaan ; — statig, als een beledigde vorstin stond ze daar ; 2. deftig, waardig, eerbiedwaardig : statig van voorkomen ; een statige dame; 3. stemmig, zedig, ingetogen : statige pleegzusjes ; statig en koel; 4. plech...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

statig

bn., bw.; indrukwekkend, deftig; plechtig-langzaam: een statig gebouw.