Wat is de betekenis van stapelgek?

2025-06-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAPELGEK

bn. bw., in hoge mate gek, krankzinnig.

2025-06-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stapelgek

stapelgek - Bijvoeglijk naamwoord 1. (informeel), (intensief) helemaal gestoord, zwaar krankzinnig Die vent is stapelgek. 2. ~op (informeel), (intensief) dol op Ik ben stapelgek op dixieland. Woordherkomst samenstelling van stap...

2025-06-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stapelgek

stapelgek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sta-pel-gek 1. helemaal gek, volslagen gek ♢ mijn buurvrouw is stapelgek 2. bezeten van liefde voor iemand ♢ ik ben stapelgek op Maroussia ...

2025-06-15
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

stapelgek

Hoe gek is stapelgek? a Zo gek als een edelman. Het Middelnederlandse stapele betekent ‘man van stand’. De uitbundige levenswijze van sommige edelen werd door het gewone volk nogal eens afgekeurd. Iemand die buitensporig leefde, werd daarom honend stapelgek genoemd. b Zo gek als een krekel. Stapel betekent ‘k...

2025-06-15
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

stapelgek

zie verf.

2025-06-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stapelgek

baie, heeltemal gek.

2025-06-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stapelgek

adj., steapel-, stapel-, stabelgek, -sljocht, -sljucht, pûrsljocht, -sljucht.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)