stapel
(19e eeuw) afk. van stapelgek of in bepaalde dialecten: smoordronken. • Piet, bom bitter! Neen! kom nou mee! ben je stapel ... (Johannes Kneppelhout: De geschriften van... 1860) • Ook in Holland zegt men: ben je stapel? Ik houd dergelijke uitdrukkingen voor elliptisch. Men bedoelt stapelzot, enz. maar onderdrukt het laatste deel der same...