Wat is de betekenis van stang?

2024-10-10
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-10
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stang

1) (1914) (meestal meerv.) (Barg.) been. Syn.: baanders*; benenwerk*; fietsen*; gereedschap*; kuierlatten*; looplatten*; loopstokken*; onderdanen*; onderstel*; onderwerk*; pannenlatten*; pikkels*; schragen*; staanders*; stelten*; stutten*. • Meid,... sta op je eige stange,... zei Manus zacht, terwijl hij haar hielp staan. (Israël Querido:...

2024-10-10
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Stang

Zie Constans

2024-10-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stang

stang - Zelfstandignaamwoord 1. meestal metalen voorwerp in de vorm van een lange stijve cilinder Deze stang verbindt de aanhanger met de trekker. stang - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stangen ♢ Ik stang 2....

2024-10-10
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stang

stang - zelfstandig naamwoord 1. lange dunne staaf van metaal ♢ het kind zat op de stang van zijn vaders fiets Algemene uitdrukkingen: 1. hem op stang jagen [kwaad proberen te krijgen, opjutten]...

2024-10-10
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Stang

iemand op stang rijden: iemand erg kwaad krijgen. Ik heb hem op stang: ik heb hem woedend gemaakt. Oorspronkelijk gezegd van een paard dat men in toom houdt door middel van een stang in de bek. Het is dan ook een huzarenuitdr, te Tilburg gebruikt rond 1913-1914.

2024-10-10
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

stang

(de; -en) - horizontale buis aan het frame van een herenfiets: een fiets met, zonder stang

2024-10-10
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

stang

in kaartenbak: uitschuifbare metalen staaf die door een ponsgat in de kaarten loopt zodat deze niet uit de bak gelicht kunnen worden. - kaartstang.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-10
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Stang

Rudolf; geb. Dusseldorf 26 november 1831, overl. Boppard 2 januari 1927. Leerling aan de Dusseldorfse Akademie (1845-1857, J. Keiler), later medewerker van zijn leermeester. In 1865 vertrok hij naar Milaan, maakte daar studies naar Raphaël; in 1874 een tweede reis naar Italië. Graveur, etser en tekenaar. Was van 1884 tot 1901 te Amsterdam...