Wat is de betekenis van standard?

2024-04-23
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

standard

(zelfstandig naamwoord) standaard

2024-04-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Standard

schakelbord.

2024-04-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

standard

I. 1. standaard, vlag, vaan(del); 2. maatstaf, norm, peil, gehalte; klasse; klas; 3. stander, stijl, paal, (licht)mast; II. standaard-; staand; normaal-; hoogstammig; standard clock, 1. staande klok; 2. normaaluurwerk.

2024-04-23
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

standard

standaard; standard candle, standaardkaars; standard solution, standaardoplossing.

2024-04-23
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Standard

Standard - inhoudsmaat voor hout = 165 kubieke Engelsche voeten.