Wat is de betekenis van stamhuis?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stamhuis

stamhuis - Zelfstandignaamwoord 1. (vorstelijk of adellijk) geslacht waaruit iemand stamt Woordherkomst samenstelling van stam(werkwoord) en huis Verwante begrippen dynastie, koningshuis, vorstenhuis

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stamhuis

dinastie, geslagslyn.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stamhuis

s.n., stamhûs (it).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAMHUIS

o. (...zen), 1. vorstelijk of adellijk geslacht waaruit iem. afstamt: het koninklijk stamhuis : de vijf grafelijke stamhuizen; 2. stamwoning.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stamhuis

o. -huizen; (vorstelijk, aanzienlijk) geslacht, waaruit iem. afstamt of dat van iem. afstamt; dynastie, geslacht: het stamhuis Oranje.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stamhuis

o. (...huizen) 1. Eig. huis, kasteel waaruit een stam (II 2) afkomstig is : adellijk, ridderlijk -. 2. Metn. gezamenlijke personen uit een stamhuis gesproten ; het Oranje, Syn. geslacht.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stamhuis

o. (-huizen) vorstelijk of adellijk geslacht waaruit iemand stamt. ⓔ Ook afstammelingen van een geslacht die via vrouwelijke lijn verwant zijn, nemen dikwijls de naam van het oorspronkelijke stamhuis over. Koningin Wilhelmina was de laatste telg van het stamhuis Oranje-Nassau, maar het Ned. vorstenhuis heeft deze naam overgenomen. Zo behoort Julian...

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)