stamgast
stamgast - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die ergens (bijv. een café) geregeld komt Woordherkomst samenstelling van stam(werkwoord) en gast Verwante begrippen habitué, trouwe bezoeker, kroegloper
Wiktionary (2019)
stamgast - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die ergens (bijv. een café) geregeld komt Woordherkomst samenstelling van stam(werkwoord) en gast Verwante begrippen habitué, trouwe bezoeker, kroegloper
Ewoud Sanders (2019)
'De relatie tussen de barman en een klant kan zich zo ontwikkelen, dat de barman automatisch een stamgast tevoorschijn haalt, als de vaste klant binnenkomt.' Aldus een informant uit Schiedam, die deze borrel naam ook buiten de jeneverstad hoor- de. Een stamgast hoeft natuurlijk niet per se een glaasje jenever te zijn, maar voor een spaatje zal het...
J.H. van Dale (1898)
STAMGAST - m. (-en), iem. die ergens geregeld komt en er lang blijft: de stamgasten in een koffiehuis; ...GENOOT, m. (-en), die uit denzelfden stam als een ander is; ...GENOOTE, v. (-n); ...GOD, m. god van een volksstam; ...GOED, o. (-eren), goed dat aan een stam of geslacht behoort, erfgoed; huis waar de stamvader van een geslacht woonde : het...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: