Wat is de betekenis van stakker?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stakker

stakker - Zelfstandignaamwoord 1. een persoon die ongeluk kent, een sukkel Woordherkomst Ontleend aan het IJslands staf karl ("stok-man"), een landloper, een zwerver. Synoniemen drommel, tobber, stumper

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stakker

stakker - zelfstandig naamwoord uitspraak: stak-ker 1. iemand die zielig is, met wie je medelijden hebt ♢ die stakker heeft niet eens warme winterkleren Zelfstandig naamwoord: stak-ker de stakker ...

2024-04-24
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

stakker

Wat is de oorspronkelijke betekenis van stakker? a ‘Iemand die waggelend loopt’; stakker is afkomstig van het Engelse werkwoord to stugger: ‘waggelen’. b ‘Iemand die borduurt’; het Middelnederlandse werkwoord staken betekent ‘borduren, stikken’. Een man die als beroep het bordure...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stakker

s., stakker(t), slokker(t), stumper, swalker, sloof (it), siel.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAKKER

STAKKERD, m. (-s), beklagenswaardig, zielig persoon; sukkelaar, stumper: een arme stakker; — stakker, wat doe je in de kou, stumper, wat begin je toch; — ook wel van dieren gezegd.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stakker

('stakkər) m. (-s; -tje), stakkerd m. (-s) [stafkerel, man met de bedelaarsstaf] sukkelaar.

2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)