Wat is de betekenis van Staan?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

staan

(1961) (ton.) de tekst niet meer weten. • Staan: de tekst niet meer weten; hij of zij stond. (De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54. 1961)

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

staan

staan - Werkwoord 1. (inerg) zich in verticale toestand van rust bevinden Hij stond al een uur in de rij. 2. (auxl) ~ te: duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen Hij staat buiten te telefoneren. ...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

staan

staan - onregelmatig werkwoord 1. op voeten of poten overeind zijn ♢ aan het eind van het concert ging het publiek staan 1. ik sta erop [ik wil per se dat het gebeurt] 2. ik sta...

2024-04-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

staan

Van een bod of een doublet: stevig zijn, boven elke kritiek verheven.

2024-04-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

staan

aanstaan, bevallen: Ik staan je nie hè? QUERIDO 4, 15.

2024-04-25
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

staan

We staan nog nergens (er is nog een hoop te doen). Communautair stond Leterme nergens (wat de vraagstukken inzake de gewesten betreft, had hij nog niets bereikt). — Je staat niet zo goed met rood (rood staat jou niet goed).

2024-04-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Staan

zie ook dat staat als een boom; staan als een emmer; staan als een huis; staan als een paal: 1 eraan gaan -, ergens mee beginnen; er iets aan doen. Informele uitdr. Voor citaten, zie ga er maar eens aanstaan. 2 X stond erbij en keek ernaar, X deed helemaal niets, liet het gebeuren over zich heen gaan. Clichégezegde dat vooral opduikt in de geschrev...

2024-04-25
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

staan

bestaan, in stand blijven.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

staan

1. Iem. houden staan, iem. staande houden, tegenhouden, doen blijven staan, aanhouden; als rechtsterm: iem. staande houden ter identificatie (onderscheiden van aanhouden in de bet. arresteren); ook m. betr. t. voertuigen e.d.: doen stilstaan, tot staan brengen enz.; - van pers. m. betr. t. uitspraken: iets houden staan, iets staande h...