Wat is de betekenis van sprint?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] hol, hollen - Toen ik de bus zag naderen, zette ik hem op een hollen en bereikte nog net op tijd de bushalte.

sprint - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) wedstrijd over korte afstand, een korte tijd iets met grote snelheid doen ♢ Daphne Schippers is een wereldkampioene op de 200 meter sprint. sprint - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van sprinten 2. gebiedenwijs van sprinten

Sprint - (Eng.) spurt; snelheidsrit over korte afstand (meestal niet meer dan 1000 m), waarbij snelheid, tactiek en strategie van groot belang zijn. Als onderdeel van de baansport werd de sprint reeds beoefend aan het eind van de vorige eeuw. Een sprintwedstrijd bestaat tijdens de voorritten steeds uit één manche. De uitslag van de loting om de kop...

sprint - zelfstandig naamwoord 1. het over korte afstand zo snel mogelijk rennen ♢ Morris bij atletiek heel goed op het onderdeel sprint Zelfstandig naamwoord: sprint de sprint de sprints ...

sprint: spurt, explosieve tempoversnelling met als doel als eerste de eindmeet te bereiken; discipline van het baanwielrennen, waar het een snelheidsrit is over een korte afstand. Er zijn verschillende soorten sprints: bonificatiesprints, massasprints, tussenprints. Een helse wegsprint kan snelheden opleveren tot 70 kilometer per uur.

Engels voor spurt; snelheidsrit over korte afstand (meestal niet meer dan 1000 meter) waarbij snelheid, tactiek en strategie van groot belang zijn. Ook spierkracht is een niet te verwaarlozen factor (omdat je enorm snel moet kunnen demarreren). Als onderdeel van de baansport werd de sprint reeds beoefend aan het eind van de negentiende eeuw. Een sp...

(de; -en, -s) i - (bij het baanwielrennen) snelheidswedstrijd over een korte afstand, waarbij twee renners het tegen elkaar opnemen, bv. de sprint over 500 of 1000 m, syn. sprintmatch, sprint- wedstrijd, (Belg.N.) snelheid, snelheidswedstrijd, snelheidsrit. • Voor de start van de sprint bij het baanwielrennen wordt er geloot welke renner er voorop...

(de; -en, -s) 1 LO - snelheidswedstrijd over een korte afstand, soms als onderdeel van een grotere wedstrijd: de 60 m sprint. 2 LO - (vaak verkleinv.) ren of loop over korte afstand, kortstondige inspanning om (bij een wedstrijd) de snelheid te vergroten, syn. spurt: een sprintje trekken om het gat naar de koploper te dichten; de sprint aantrekken,...

[Eng.; vgl. ONoors spretta] wedren over korte afstand op volle kracht; eindsprint, ren met uiterste krachtsinspanning op het einde van een langebaanwedren.