Wat is de betekenis van spreektaal?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spreektaal

spreektaal - Zelfstandignaamwoord 1. de taal die men bij het gewone spreken gebruikt Dat is geen officieel woord, maar wordt wel vaak in de spreektaal gebruikt. Woordherkomst samenstelling van spreek(werkwoord) en taal

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

spreektaal

daaglikse omgangstaal, teenoor skryftaal.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spreektaal

s., sprektael.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPREEKTAAL

v., de taal waarvan men zich bij het gewone spreken bedient, in tegenst. met schrijftaal.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spreektaal

v.; omgangstaal.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Spreektaal

➝ Algemeen beschaafd Ned.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spreektaal

(’spre:k) v. taal die men in de gewone omgang spreekt. Tgst. schrijftaal.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spreektaal

v./m., de taal, de bewoordingen, woordvormen en constructies waarvan men zich bij het gewone spreken bedient.