Wat is de betekenis van sprake?

2023-12-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sprake

sprake - Zelfstandignaamwoord datief van spraak, archaïsch|archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukking voorkomt

2023-12-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sprake

sprake - zelfstandig naamwoord uitspraak: spra-ke 1. het spreken ♢ ik wil dit onderwerp even ter sprake brengen 1. geen sprake van! [dat vind ik echt niet goed!] Zelfstandig naamwoor...


Direct alle 9 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sprake

s., sprake; iets ter — brengen, eat to praet, op ’e tafel, op ’t aljemint bringe, earne fan bommelje; ter — komen, to praet, op ’e tafel, op ’t aljemint komme; er is — van, der is praet fan.

2023-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPRAKE

v., oude -wisselvorm van spraak, alleen nog in vaste verbindingen: iete ter sprake brengen; het kwam ter sprake, er werd over gesproken; — er is sprake van, a. er wordt over gesproken; — b. het wordt mogelijk geacht, het komt in aanmerking; — er is geen sprake van, a. het is...

2023-12-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sprake

v., vero. = spraak; in zegsw. ter sprake brengen, ter tafel; (er is) geen sprake van, daar zal niets van gebeuren; er is sprake van, a) men spreekt er over, b) is van plan.

2023-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sprake

(’spra:kə) v. →: spraak.

2023-12-04
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

sprake

v., oude wisselvorm van spraak, alleen nog in vaste verb.: iets ter — brengen, erover gaan spreken; er is — van, er wordt over gesproken of melding van gemaakt; het wordt mogelijk geacht, het komt in aanmerking; er is geen — van, het is er in het geheel niet; het wordt in geen geval toegestaan.

2023-12-04
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPRAKE

SPRAKE - v. spraak; er was sprake van, men sprak er over; iets ter sprake brengen; het kwam ter sprake, er werd over gesproken; — gerucht: er is sproke van dat, men zegt dat..., naar men wil zal dat...

2023-12-04
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Sprake

Sprake, o. spraak; gerucht; er is - van dat..., men zegt dat..., naar men wil zal dat... *-LOOS, bn. en bijw. zonder spraak, stom. -HEID, v. gmv. berooving van de spraak, stomheid. *-LOOZE, m. en v. (-n), stomme.