Wat is de betekenis van spraakklank?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spraakklank

spraakklank - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) elk van de geluiden die men met de spraakorganen vormt om zich in taal te uiten Woordherkomst samenstelling van spraak en klank

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

spraakklank

spraakklank - zelfstandig naamwoord uitspraak: spraak-klank 1. klank die met het spraakorgaan wordt voortgebracht om je uit te drukken in taal ♢ bij de letter c horen verschillende spraakklanken Zelfstandig naamwoord: spraak-klank ...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

spraakklank

benaming vir geluide met spraakorgane gevorm om gedagtes, ens. mee te deel.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPRAAKKLANK

m. (-en), ben. voor de geluiden die wij door middel van onze spraakorganen vormen om onze gedachten en gevoelens mede te delen.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spraakklank

m. (-en), het bij het spreken geproduceerde geluid, verdeeld in →consonanten (medeklinkers), diftongen (tweeklanken) en →vocalen (klinkers).