Wat is de betekenis van sportgebouw?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

sportgebouw

gebouw voor sportbeoefening. gebouw dat bestemd is voor het bedrijven van sport, zoals een sporthal, fitnesscentrum of een gymzaal; gebouw dat bestemd is voor sportbeoefening. Voorbeelden: De gemeente Assen telt ongeveer 400 gebouwen die openbaar en voor het publiek toegankelijk zijn. Ze zijn verdeeld in negen categorieën, zoals...

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

sportgebouw

sportgebouw - Duidt gebouwen die faciliteiten bieden voor sportieve evenementen of opleidingen en, meestal, ondersteunende faciliteiten voor de deelnemers en toeschouwers.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPORTGEBOUW

o. (-en), gebouw ingericht voor het beoefenen van sport en voor sportwedstrijden.