Wat is de betekenis van sportbeoefenaar?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

sportbeoefenaar

iemand die sport. iemand die aan sport doet, voor zijn beroep of uit liefhebberij; sporter. Voorbeelden: Het aantal sportbeoefenaren neemt steeds toe en sport wordt steeds meer gepropageerd om langer fit en gezond te blijven. http://www.universal.nl/users/gos/Tekst/Prev_sprbrt1.htm Een ander belangrijk punt is dat doping de p...

2024-04-20
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Sportbeoefenaar

Een persoon die tenminste één keer een sportieve activiteit heeft beoefend in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête.

2024-04-20
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

sportbeoefenaar

→ sporter

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPORTBEOEFENAAR

m. (-s), die de sport beoefent.