spoedig
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
spoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. snel voltooid ♢ Ik wenste hem een spoedig herstel. spoedig - Bijwoord 1. binnen een kort tijdsbestek ♢ Uw bestelling zal zo spoedig mogelijk opgestuurd worden. Woordherkomst Afgeleid van spo...
Muiswerk Educatief (2017)
spoedig - bijwoord uitspraak: spoe-dig 1. binnen korte tijd ♢ we zullen spoedig iets laten horen Bijwoord: spoe-dig Synoniemen binnenkort, eerdaags, gauw, weldra Tegenstellingen later
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., hastich, haestich, fluch; (adv.), gau, mei gauwens, mei koarten, aenstouns, aenst, ringen, tel.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. met voortvarendheid geschiedend, binnen korte tijd plaats vindend: spoedige afdoening; een spoedig antwoord; spoedige hulp verlenen: ten spoedigste, met de meeste spoed. 2. met snelle voortgang, binnen korte tijd: spoedig iets af maken; spoedig vertrekken, terugkomen; spoedig antwoorden; —...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (met spoed, haastig, vlug): een spoedig antwoord, gij moet spoedig komen; ten spoedigste, zo vlug mogelijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: