Wat is de betekenis van Spitsboog?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spitsboog

spitsboog - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) boog in een gotisch gebouw, gevormd door twee elkaar kruisende cirkelbogen Woordherkomst samenstelling van spits en boog Synoniemen kruisboog, ogief

2024-04-20
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Spitsboog

Motief uit de Gotiek, boog die spits toeloopt. Ook veel toegepast tijdens de Neogotiek.

2024-04-20
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

spitsboog

Een spitsboog is in de bouwkunst: een boog in de vorm (1) van twee halve cirkels die in elkaar zijn geschoven waardoor de vorm enigszins spits is; vooral gebruikt in de gotiek en neogotiek.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

spitsboog

boog wat in spits (punt) eindig; kruisboog.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spitsboog

s., puntbôge.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPITSBOOG

m. (...bogen), boog gevormd door twee cirkelbogen die elkaar in de top onder een scherpe hoek ontmoeten; kruisboog; ojief boog: de spitsbogen komen vaak in de gothische bouworde voor.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spitsboog

m. spitsbogen (boog, welke in een spits of punt eindigt: kruis-, ogiefboog).

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Spitsboog

Gemetselde → boog, bestaande uit twee (cirkelboogvormige) helften, die elkaar in den top onder een scherpen hoek ontmoeten. Men onderscheidt gedrukte, gelijkzijdige en verhoogde s., al naar de ligging van de middelpunten („trekpunten”) binnen, op of buiten den boog. De s. is het meest sprekende uiterlijke kenteeken voor den Gotisch...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spitsboog

('spidz) m. (...bogen) in een punt eindigende boog, ogiefboog.