spiritus
spiritus - zelfstandig naamwoord uitspraak: spi-ri-tus 1. kleurloze, vluchtige, brandbare vloeistof ♢ in de brander van het fonduestel moet spiritus Zelfstandig naamwoord: spi-ri-tus de spiritus
Muiswerk Educatief (2017)
spiritus - zelfstandig naamwoord uitspraak: spi-ri-tus 1. kleurloze, vluchtige, brandbare vloeistof ♢ in de brander van het fonduestel moet spiritus Zelfstandig naamwoord: spi-ri-tus de spiritus
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. = damp, geest] wijngeest, ethylalcohol, C2H5OH; (in praktijk) mengsel van ethyl- en methylalcohol (CH3OH).
J. van Donselaar (1936)
(de), (veroud.) sterke drank. De gewoonte van den slaventijd om het volk eiken middag een borrel te schenken, was op Caledonia behouden. De directeur mocht van de suikerplantage Kent, iets verder, aan de Saramaccapunt gelegen, de spiritus die daarvoor noodig was, koopen (Bartelink 71). -Etym.: In AN al eerder veroud.; bet. nu: gedenatureerde alcoho...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
1. in de farmacie veel gebruikte naam voor 96-procentige (aethyl)-alcohol; spir. absolutus is 100% alcohol, spir. dilutus de meest gebruikte van 70%; 2.voor consumptie ongeschikt gemaakte (en daardoor accijnsvrije) spiritus dilutus: spir. dénaturants voor brandstof e.a. technische doeleinden; 3.Lat. voor geest, psyche.
Veerman (1954)
is een algemene naam voor geconcentreerde aethylalcohol. Meestal verstaat men onder s. alleen de niet voor consumptie geschikte (gedenatureerde) alcohol.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: