spijzigen
spijzigen - Werkwoord 1. (ov) van een maaltijd voorzien ♢ Zij werden er gespijzigd en gelaafd. Woordherkomst Afgeleid van spijs met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
spijzigen - Werkwoord 1. (ov) van een maaltijd voorzien ♢ Zij werden er gespijzigd en gelaafd. Woordherkomst Afgeleid van spijs met het achtervoegsel -ig
Van Dale Uitgevers (1950)
(spijzigde, heeft gespijzigd), 1. (veroud.) eten, spijs gebruiken; 2. spijs geven (aan), voeden, te eten geven: de armen spijzigen.
M. J. Koenen's (1937)
spijzigde, h. gespijzigd (lit. t. spijs geven, te eten geven): Jezus spijzigde de scharen, Matth. 14 : 20 en 15 : 37.
Jozef Verschueren (1930)
(spijzigde, heeft gespijzigd) 1. Veroud. spijs geven, voeden : Jezus spijzigde de scharen. 2. ondersteunen : de armen -.
J.H. van Dale (1898)
SPIJZIGEN - (spijzigde, heeft gespijzigd), spijs geven (aan), voeden, te eten geven; (fig.) de armen spijzigen, hen ondersteunen. SPIJZIGING, v. het spijzigen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: