Wiktionary (2019)
spiegelglas - Zelfstandignaamwoord 1. met een spiegelende laag bedekt gepolijst glas, geschikt dus om spiegels mee te maken 2. aan beide zijden gepolijst en geslepen glas dat door het polijsten zeer glad is en daardoor extra spiegelt Woordherkomst samenstelling van spiegel en glas
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Spiegelglas is een gegoten glas dat aan beide zijden is geschuurd en gepolijst om het vlak en doorzichtig te maken. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (...zen), 1. verfoelied glas; 2. gegoten glas, dat door slijpen en polijsten geheel vlak is geworden ; 3. glas van een spiegel.
M. J. Koenen's (1937)
o. spiegelglazen (gegoten glas, na walsen en pletten, door slijpen en polijsten doorzichtig gemaakt): een stukje spiegelglas.
Dr. L.M. Metz (1937)
Gegoten glas, dat door slijpen en polijsten geheel vlak is geworden. Spiegelglas kan in allerlei dikten en afmetingen geleverd worden. Men giet het glas op een metalen plaat met opstaande kanten. Na het uitgieten rolt men het glas met een metalen rol uit en na bekoeling gaat men aan het slijpen en polijsten, waardoor een derde van de dikte verloren...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
is gegoten glas, doorzichtig gemaakt door slijpen en polijsten; is meestal dikker dan het gewone geblazen vensterglas.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
