Wat is de betekenis van spenen?

spenen - Werkwoord 1. (ov) van het zogen onafhankelijk maken ♢ Dit kalf is nog niet gespeend. spenen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord speen

spenen - Stopzetten van de zoogperiode.

is het verwijderen van de jongen van de moeder, zodat zij geen moedermelk meer ontvangen en zich geheel zelfstandig moeten voeden.

het van de borst nemen van een zuigeling; het overgaan op flesvoeding.

(speende, heeft gespeend), 1. van de speen of borst afwennen, niet meer zogen: een kind spenen; 2. het begeerde onthouden ; — (vero.) een herstellende spenen, hem niet te veel voedsel of wijn geven ; — inz. zich spenen, zich onthouden (van): hij heeft zich van alles moeten spenen, zich alles moeten ontzeggen...

speende, h. gespeend (van de speen of borst afnemen; fig. onthouden): een kind spenen; een veulen spenen; zie speenvarken; fig. zich spenen van de vermaken der jeugd, zich onthouden; Z.-N. gespeende vruchten, gevormd.

('spe:nən) (speende, heeft gespeend) 1. van de speen, de borst afnemen : een veulen -; een kind -. 2. zuiver water geven . vis -. 3. beroven, onthouden: van alle hoger leven gespeend; zich van de vermaken der wereld.

het doen ophouden van het zoogen van het kind, zie Kindervoeding.

(speende, heeft gespeend), 1. van de speen of borst afwennen, niet meer zogen: een kind —; jongen definitief van het moederdier scheiden; 2. vooral in het verl. deelw.: van iets gespeend zijn, blijven, ontbloot van, zonder; hij is geheel van humor gespeend, heeft helemaal geen humor; 3. (tuinbouw) zaailingen uitplanten.