Wat is de betekenis van speelkaart?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

speelkaart

speelkaart - Zelfstandignaamwoord 1. een kartonnen of plastic kaart uit een kaartspel, om mee te spelen Woordherkomst samenstelling van speel(werkwoord) en kaart Verwante begrippen aas, boer, vrouw, heer, schoppen, ruiten, harten, klaveren, joker

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Speelkaart

s., spylkaert.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEELKAART

v. (-en), kaart van een gezelschapsspel, inz. van een kaartspel.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

speelkaart

v. speelkaarten (kaart van een gezelschapsspel; een der kaarten van een kaartspel): Franse speelkaarten.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

speelkaart

('spe:l) v. (-en) kaart om een of ander spel te spelen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

speelkaart

v./m. (-en), kaart van een gezelschapsspel, m.n. van een kaartspel. (e) De oudste Chinese en Japanse kaartspelen telden 78 of 52 verschillende kaarten; van deze is het spel met 52 (4 x 13) bladen het sterkst in Europa verbreid. De Chinezen en Japanners beschilderden houten blokjes met figuren; de Italianen stukjes leder in goud en kleuren. De toepa...

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)