spanwijdte
spanwijdte - zelfstandig naamwoord uitspraak: span-wijd'te 1. de afstand tussen de steunende delen van een constructie of boog ♢ de spanwijdte tussen deze pilaren is vier meter 2. afstand tussen uiteinden van beide vleugels van...
Muiswerk Educatief (2017)
spanwijdte - zelfstandig naamwoord uitspraak: span-wijd'te 1. de afstand tussen de steunende delen van een constructie of boog ♢ de spanwijdte tussen deze pilaren is vier meter 2. afstand tussen uiteinden van beide vleugels van...
Jos Marcus & Nick van Dam (2007)
Het aantal direct ondergeschikten aan wie een leider leidinggeeft (ook wel spanbreedte of 'span of control' genoemd).
Getty Research Institute (1990)
spanwijdte - De afstand tussen de steunende delen van een transvers constructiedeel of tussen de steunberen van een boog.
drs. L.A. Beeloo (1981)
bij een brug de afstand van de twee punten waarop de brug steunt; bij een vogel de afstand van de ene vleugeltop tot de andere bij uitgestrekte vleugels.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-n), 1. afstand tussen twee steunpunten van een overspanning; 2. (ook: vlucht), grootste lengte van een vliegtuigvleugel, gemeten volgens een rechte lijn die loodrecht staat op het vlak door langsen topas van het vliegtuig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: