Souverein
Van oorsprong een patroniem bij de doopnaam Suverinus?
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), I. bn. bw., 1. van geen hoger gezag afhangend, oppermachtig: een souvereine staat; de gewesten van de Republiek waren souverein; souverein vorst, titel die Willem I voerde vóór zijn koningschap ; souverein besluit, besluit van Willem I vóór zijn koningschap ; — souverein gezag, hoogste, volstrekte staat...
Jacon Kramers Jz (1948)
oppermachtig, onbeperkt heersend; ~, m. onbepaald gebieder, onafhankelijk vorst; zie ook sovereign.
M. J. Koenen's (1937)
Fr. souverain, 1. bn. (verheven, opperst, hoogst, oppermachtig): de souvereine orde van Malta; met souvereine minachting; 2. m. souvereinen (gebieder, vorst; ook: sovereign). (ou = oe).
P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)
Een souverein is een vorst, die in een staat de drager is van het hoogste gezag, waarover hij vrij, onafhankelijk en zelfstandig kan beschikken. Dit gezag op zichzelf wordt souvereiniteit genoemd. Het berust niet altijd bij één enkel persoon, zoals in vele monarchieën, maar soms bij het gehele volk, zoals b.v. in de republieken....
F.W. Grosheide (1926)
noemt men in het volkenrecht een staat, die vrij en onafhankelijk is, die dus op geen enkele wijze onderworpen is aan de rechtsmacht van een anderen staat en die in volle vrijheid zijn eigen aangelegenheden kan regelen en beheeren. In de 19de eeuw heeft men vrij algemeen het souvereiniteitsbegrip aldus opgevat, dat de staten bij de onderlinge regel...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: