somber
...
Wiktionary (2019)
somber - Bijvoeglijk naamwoord 1. in neergeslagen stemming ♢ Hij was in een sombere bui. 2. een neergeslagen stemming veroorzakend ♢ Wat een somber weer is het! somber - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van so...
Muiswerk Educatief (2017)
somber - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: som-ber 1. met weinig licht of kleur ♢ dat is een somber gebouw 2. als je je treurig voelt of piekert ♢ er heerste een sombere stemming Bijvo...
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), bn. bw. (-der, -st), 1. weinig verlicht, weinig licht toelatend, inz. met betr. tot de daardoor op het gemoed gemaakte indruk: een somber huis; een somber vertrek; — de lucht is somber, bewolkt; 2. zwaarmoedig, de toekomst duister inziend: een sombere stemming; somber kijken.
Jozef Verschueren (1930)
('sombәr) bn. en bw. (-der, -st) [Fr. < Lat. umbra, schaduw] 1. zonder vrolijk, aangenaam uitzicht: een -e kamer. Syn. →: donker. 2. betrokken: een -e lucht. 3. neergedrukt, zodat men alles van de donkere kant beziet: er uitzien. Syn. →: bedroefd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: