Wat is de betekenis van Solanum?

Solánum L. [C. Linnaeus], - oude, Lat. plantennaam. - Het woord wordt wel in verband gebracht met Lat. solāri, troosten, leed verzachten, smart verlichten. - Dodoens [Cruydeboeck, 2de druk (1563), pp. 381, 382] zegt van een door hem Solānum somnifĕrum en Solānum somnifĭcum (thans Withanĭa somnifĕra Dunal [M. F. Dunal]) genoemde plant:...

het woord wordt wel afgeleid van een Lat. woord dat troosten, smart verlichten betekent; werd vroeger in de geneeskunde gebruikt.

is het soortenrijkste gesl. (meer dan 1000 soorten) van de tot de sympetalen behorende fam. der Solanaceae en binnen deze fam. met een tweehokkig vruchtbeginsel, dadelijk te herkennen aan de plat uitstaande zoom der witte, rosé of paarse bloemen en de 5 fel-geel gekleurde helmknoppen, die tegen elkaar gedrukt zijn of zelfs met elkaar tot een...

Solanum - Plantengeslacht der Solanaceeën, met 1200 soorten, waarvan de meeste in de tropen, vele met giftige besvruchten. Bekend zijn S. melongena, de Eierplant of Aubergine, waarvan de zeer verschillend gevormde en gekleurde vruchten in tropen en subtropen algemeen worden gegeten. S. Lycopersicum uit Peru wordt tegenwoordig op groote schaal om de...

L., nachtschade, plantengeslacht der fam. Solanaceae, kruiden, heesters of boomen, dikwijls met doornige bladeren en takken; de vrucht is een vergiftige veelzadige bes. Van de omstreeks 900, meest in tropisch Amerika voorkomende soorten, treft men in Ned. in ’t wild aan: 8. dulcamara L., bitterzoet, kwalster, walschot, walshout, weerho...