Wat is de betekenis van sog?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

SOG

(1990+) (stud.) studie-ontwijkend gedrag. • SOG. Studie-Ontwijkend Gedrag; Het ontwijken van studiebezigheden. Niet altijd negatief, bijvoorbeeld door schoonmaakactiviteiten in huis te bewerkstelligen. Wel altijd negatief voor de studie. (https://yoo.rs/studententaal-by-lissa, 27/08/2015) • SOG: StudieOntwijkend Gedrag, alle activiteiten...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sog

sog - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soggen ♢ Ik sog 2. gebiedende wijs van soggen sog! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soggen sog je?

2024-04-24
Verpleegkundig woordenboek

Anneke van Schie (2000)

SOG

Specialist Ouderengeneeskunde.

2024-04-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Sog

zog, kielzog, zuiging; im Sog treiben, in het kielzog drijven, meegetrokken worden (ook fig.).